Tijdens de Innovatiemarkt van de NSOC-labs in Sint-Michielsgestel presenteerden vijf nieuwe teams hun aanpak om meer inzicht te krijgen in ondermijnende criminaliteit. ‘Een opgave die geen enkele organisatie alleen oplost, samenwerking is absoluut noodzakelijk.’
‘Nederland is te mooi om kapot te laten gaan’, opende Jorrit de Jong, kerndocent van de NSOC-labs, de Innovatiemarkt waarin de teams hun plannen presenteerden aan leidinggevenden en andere belanghebbenden. Vorig jaar november startten vijf nieuwe NSOC-labs: multidisciplinaire teams die zich in een leer- en experimenteeromgeving richten op de aanpak van financiële en logistieke dienstverleners van de ondermijnende georganiseerde criminaliteit. De NSOC-labs willen vernieuwende, systeemgerichte interventies ontwerpen en uitvoeren, die criminele structuren, bedrijfsprocessen en verdienmodellen blootleggen en verstoren.
‘Innoveren gaat ook over vertrouwen’
In een vierdaagse workshop werkten de vijf teams een aanpak uit, op basis van het voorbereidende werk in de voorgaande maanden. ‘Er zijn altijd obstakels die de ontwikkeling van deze teams in de weg staan’, vertelt De Jong, die werkzaam is voor de Harvard University en veel onderzoek doet naar de processen van multidisciplinaire teams. ‘Dat begint met het vaststellen van het probleem door de teamleden. Het ene teamlid beoordeelt de financiële kant, de ander het geweldsaspect, de derde ziet vooral logistieke problemen. We hebben hard gewerkt om het probleem zo scherp mogelijk te definiëren, zodat de teams ermee aan de slag kunnen. Maar innoveren gaat ook over vertrouwen. Niemand gaat innoveren als ie constant tegengewerkt wordt. We hebben veel geïnvesteerd in de teamsamenstelling, in het vertrouwen in elkaar en hoe je over je organisatiegrenzen heen werkt.’
Innovatiemarkt
De vierdaagse workshop sloten de teams af met de Innovatiemarkt, waar ze hun aanpak presenteerden aan leidinggevenden en andere stakeholders. De opkomst was groot en divers: naast vertegenwoordigers van de in NSOC deelnemende organisaties en andere samenwerkende overheden, waren ook financiële instellingen aanwezig (onder andere Deloitte, De Nederlandsche Bank, Rabobank en het Financieel Expertise Centrum) om de plannen van de teams aan te horen en van feedback te voorzien.
Mind Your Step
Het team ‘Mind Your Step’ heeft als doel Maastricht Aachen Airport beter weerbaar te maken tegen ondermijnende criminaliteit. Een belangrijk onderdeel daarvan is het tegengaan van het misbruik van de zogenoemde general aviation, het vliegverkeer van privé vliegtuigen. Jaarlijks zijn er alleen al 2800 van deze vluchten op dit vliegveld, waarbij tot voor kort nagenoeg geen structurele integrale controle plaatsvond. Het team staat op de luchthaven aanwezige diensten bij, en de eerste controles zijn geweest. Het was vrijwel meteen raak. De buit: 20.000 euro in contanten, mogelijk crimineel geld. Wat Mind Your Step betreft geen ‘toevalstreffer’. Nu wordt verder gewerkt aan de versterking van de samenwerking tussen de verschillende diensten. Dat vertaalt zich onder andere in vernieuwende multidisciplinaire werkwijzen. Op termijn zou de door Mind Your Step ontwikkelde aanpak ook bij andere luchthavens uitgerold kunnen worden. De plannen zijn ambitieus. ‘Onze ultieme wens is per vliegtuig extra controles uit te voeren’, aldus een teamlid. ‘Een mooi voorbeeld van Think big, start small’, vult Jorrit de Jong aan.
Bored Apes
Het is voor criminelen vrij gemakkelijk om een crypto debit card te bemachtigen waarmee je geld kunt witwassen, maar waarmee je ook bijvoorbeeld gemakkelijk vermogen kan verplaatsen of smokkelen. Bij een eerder onderzoek in 2018 is al gebleken dat er toen naar schatting 18.000 van deze betaalkaarten in Nederland circuleerden, met een vermogen van 25 miljoen euro, waarmee 21 miljoen opnames in contant geld. Het toezicht op deze crypto debit cards is minder streng dan op reguliere bankpassen. Het team ‘Bored Apes’ wil inzicht krijgen in dit fenomeen, door in gesprek te gaan met toezichthouders en creditcardbedrijven. Maar ook door in gesprek te gaan met aanbieders van luxegoederen, en steekproeven te doen. Het doel van het team is uiteindelijk gelijke regels voor de verschillende soorten financieel verkeer te realiseren, wat in hun presentatie cryptisch werd omschreven als ‘gelijke monniken, gelijke passen’. Ook instanties als de Belastingdienst, de Regionale Informatie- en Expertise Centra (RIEC) en De Nederlandsche Bank hebben aandacht voor deze crypto debit cards, onder andere door er onderzoek naar te doen. ‘Wat ik goed vind is dat jullie van een probleem dat veelkoppig is een heel concrete aanpak hebben gemaakt die relevant is, want er zit veel risico in die kaarten’, geeft een expert van Deloitte mee.
Sluitsteen
Nog zo’n vrij onbekend fenomeen is het witwassen via zorgvastgoed, regelmatig eigendom van investeringsfondsen waarbij geen zicht is op de daadwerkelijke investeerders. Die gaan schuil achter verhullende financiële constructies. Ook particulieren investeren in deze fondsen, die breed in de markt worden gezet.
Het team ‘Sluitsteen’ wil zicht krijgen op wat er plaatsvindt in het financieren van zorgvastgoed en hoe je het toezicht kunt verbeteren. ‘We richten ons op de manier waarop de financiering plaatsvindt; van verkoop en aankoop tot herkomst van het geld. Daarbij hebben we hulp nodig van de Nederlandse Zorgautoriteit, de Autoriteit Financiële Markten, het Kadaster, de Belastingdienst, banken en andere financiële partijen’, vertelt een teamlid.
Postbus Apate
Het team Postbus Apate wil meer grip op de zogenoemde domicilie- en trustdienstverlening waarmee buitenlandse investeerders zich kunnen begeven op de Nederlandse markt. Als voorbeeld noemt het team Isabel dos Santos, dochter van de voormalig president van Angola, die miljarden euro’s uit dat land zou hebben geroofd. Daarvan liep 422 miljoen euro via Nederlandse vennootschappen die werden beheerd door Nederlandse trustkantoren. ‘Het gaat niet om Dos Santos, want deze structuur kan door elke vermogende buitenlandse investeerder gebruikt worden, of het nou een Russische oligarch of een drugscrimineel is, zonder dat Nederland ze een strobreed in de weg legt’, schetst een teamlid het probleem.
‘In een flatje in Amersfoort zijn 100 vennootschappen geregistreerd’
De aanbieders van deze diensten richten voor de buitenlandse ‘investeerder’ een vennootschap op, met een adres, een bankrekening en een bestuurder. Vooral de wat dubieuzer aanbieders schrijven grote aantallen vennootschappen in op hetzelfde adres, op een soms onlogische locatie. Bijvoorbeeld appartementen waar gewoon mensen wonen. ‘Op het adres van een flatje in Amersfoort zijn honderd van deze vennootschappen geregistreerd, een ideale plek om als crimineel buiten het zicht van de overheid te blijven’, vertelt een teamlid. ‘Wij maken nu een lijst met risicovolle adressen, gaan bij ze langs en doen dat samen met het RIEC Amsterdam-Amstelland.’ Het team wil ook samenwerking zoeken met poortwachters als banken, de Kamer van Koophandel en gemeenten en de problematiek van de risicovolle adressen op de politieke agenda zetten, zodat er uiteindelijk een betere registratie en vergunningverlening komt voor aanbieders van adressen. Vanuit de zaal laten vertegenwoordigers van het Financieel Expertise Centrum en De Nederlandsche Bank weten dat daar ook projecten lopen om illegale aanbieders van trustverlening en dat zij graag gezamenlijk optrekken.
#loading
In de laatste presentatie, van het team ‘#loading’, is er aandacht voor de in- en doorvoer van cocaïne via bulktransporten door de haven van Vlissingen. ‘Wij willen voor één goederenstroom het compleet onmogelijk maken om nog cocaïne te smokkelen. We focussen ons daarbij op het detecteerbaar maken van de verschillende manieren waarop criminelen het transport van een bepaald product kunnen misbruiken voor de smokkel van cocaïne.’ Controles worden gerichter uitgevoerd met behulp van sensing en door het gebruik van data. Een voorbeeld hiervan zijn sensoren die worden gebruikt om smokkelwaar onder water te detecteren. Het team zoekt samenwerking met onder andere de Douane, politie en het Haven Intelligence Team (HIT) om de data te verzamelen en te verwerken. ‘Ik word hier enthousiast van’, reageert een officier van justitie, werkzaam in de regio waar de haven van Vlissingen onder valt. ‘Door gebruik te maken van andere technieken, zoals sonar en datascience, kunnen we andersoortige interventies doen. Vanuit het Openbaar Ministerie bieden we graag hulp aan.’
Scheepsrouteringen
En die hulp komt van alle kanten, zo blijkt na afloop van de bijeenkomst. ‘Wij kunnen ze ook ondersteunen met het leveren van data, scheepsrouteringen, aankomsten en we kunnen duikers naar zee brengen’, zegt een teamleider van de Kustwacht. ‘Bij de aanpak in de haven van Vlissingen zou ik het zelf breder trekken dan alleen één goederensoort, maar ik snap dat ze focussen op één aspect.’ Zo’n dag als vandaag om in zo’n breed verband samen te komen, is nuttig, vindt hij. ‘Je hoort wat er speelt en het multidisciplinaire aspect spreekt me aan. Wij werken in dit soort projecten ook nauw samen met andere partijen.’
Kennis en netwerk
Daar sluit directeur NSOC Joost van Slobbe zich bij aan. Hij is blij met de grote opkomst en het gemêleerde gezelschap. ‘Hun kennis en netwerk helpt ons enorm bij het verzamelen van informatie en het verkrijgen van inzicht.’ En dat is nodig om de ondermijnende criminaliteit tegen te gaan. ‘We zijn goed in controleren en rechercheren en dat moeten we blijven doen. Maar we constateren ook dat dit niet voldoende is, we hebben vernieuwende interventies nodig om de ondermijning te bestrijden en te voorkomen. Daarbij is samenwerking niet makkelijk, maar we kunnen daar grote successen mee boeken.’
‘We hebben verschillende persoonlijkheden en verschillende petten op’
‘Samenwerken is het makkelijkst om te zeggen, maar het moeilijkst om te doen’, vult Jorrit de Jong aan. ‘We hebben verschillende persoonlijkheden en verschillende petten op, maar door samen de focus aan te brengen kunnen we de ondermijning verstoren. Samen kunnen we reflecteren en kijken welke volgende stappen nodig zijn.’ En dat gebeurde ook na de presentaties van de plannen van aanpak. De stakeholders gingen met de teams in gesprek om feedback te geven op de plannen en mee te denken over een succesvolle invoering. ‘De teams hebben u nodig, met steun, capaciteit, informatie en meedenken’, waarmee De Jong de plenaire bijeenkomst afsloot.
NSOC-labs
NSOC-lab programma
- Het NSOC-lab programma 2.0 loopt van november 2022 tot begin 2024.
- In september worden de eerste resultaten gepresenteerd, en komen eventuele nieuwe verzoeken aan de orde.
- De labs uit het eerste NSOC-lab programma zijn deels tot een afronding gekomen. De nog werkzame zullen binnenkort nader rapporteren.
|