NSOC Nieuwsbrief #3 | februari 2023

In deze NSOC Nieuwsbrief leest u meer over het werkbezoek van de minister van Justitite en Veiligeid Yeşilgöz en staatssecretaris van Financiën De Vries. Daarnaast geven we een toelichting op de fenomeenaanpak van Trade Based Money Laundering op het gebied van goudhandel. Verder komt de teammanager Interventies aan het woord. Tot slot komen wetenschappers aan het woord over de NSOC Reflectiegroep.

Voorwoord

Graag bied ik u de NSOC Nieuwsbrief van februari aan. In de vorige nieuwsbrief meldden we nog dat we operationeel van de kant waren. Inmiddels kunnen we stellen dat we samen met de partners op alle onderwerpen uit het actieplan operationele trajecten hebben lopen. Dat werd ook minister van Justitie en Veiligheid Yeşilgöz en staatssecretaris van Financiën De Vries duidelijk toen ze donderdag 23 februari onze locatie bezochten. Aan de hand van de concrete thema’s ‘goud’ en ‘niet-ambtelijke corruptie’ konden NSOC-collega’s laten zien hoe we in het veld, samen met alle partners, werken aan de bestrijding van de georganiseerde ondermijnende criminaliteit. Ook bij de vorderingen van enkele NSOC-labs werd stilgestaan. Meer hierover in deze nieuwsbrief. Een ander interessant onderwerp waarover u kunt lezen is de tweede bijeenkomst van de Reflectiegroep. Dit netwerk van wetenschappers, dat we bereid hebben gevonden om met ons mee te denken en ons de spiegel voor te houden, heeft inmiddels al zeer interessante inzichten opgeleverd. Kortom, voldoende interessante onderwerpen. Ik wens u veel leesplezier.

Joost van Slobbe
Directeur NSOC

Minister Yeşilgöz en staatssecretaris De Vries op werkbezoek bij NSOC

Wat zijn de mogelijke verbanden tussen de smokkel van cocaïne en ‘fout goud’, en hoe kan je witwassen met dat goud voorkomen? Hoe kunnen zes samenwerkende overheidsdiensten meerwaarde hebben bij de bestrijding van georganiseerde ondermijnende criminaliteit op bijvoorbeeld kleine logistieke knooppunten? En hoe kan je anders kijken naar de bestrijding van niet-ambtelijke corruptie?

Over deze en andere onderwerpen waar de Nationale Samenwerking tegen Ondermijnende Criminaliteit (NSOC) mee bezig is, kregen Dilan Yeşilgöz, minister van Justitie en Veiligheid, en Aukje de Vries, staatssecretaris Financiën Toeslagen en Douane, donderdag 23 februari tijdens een werkbezoek aan NSOC meer informatie. ‘Mooi werk’, twitterde de minister van JenV na het bezoek. ‘Samen pakken we zo de misdaad effectief aan’, aldus De Vries na afloop.

Waarschijnlijk wordt er heel veel crimineel geld witgewassen via (reguliere) handelsstromen, het zogenoemde Trade Based Moneylaundering (TBML). Binnen dat handelsverkeer heeft NSOC zich geconcentreerd op de handel in goud. Inmiddels heeft NSOC een samenhangend pakket van interventies samengesteld, zowel ‘klassieke’ interventies door opsporingsdiensten als interventies gericht op en in samenwerking met private partijen. Belangrijk daarbij is dat er nu veel meer inzicht is in de achterliggende verbanden tussen schimmige vormen van goudhandel en de georganiseerde ondermijnende criminaliteit. “Goud is geen blinde vlek meer”, zo vertelde een van de medewerkers aan de bewindslieden. Zie ook het verhaal 'Wij zijn aan zet' in deze nieuwsbrief.

Yeşilgöz en De Vries kregen verder informatie over enkele NSOC-labs die zich concentreren op problemen rond kleinere logistieke knooppunten, technische innovaties en nieuwe vormen van samenwerking. Daarnaast kregen ze inzicht in hoe NSOC samen met wetenschappers kijkt naar de koers, thema’s en operatie van het samenwerkingsverband. Ook kwamen kort de juridische belemmeringen voor samenwerking en datadeling aan de orde. Deze zijn ook al eerder bij de verantwoordelijke ministeries aangekaart. Het kwam nu weer aan de orde op de vraag van de bewindslieden wat zij voor NSOC kunnen doen.

Beeld: ©NSOC

Wij zijn aan zet

We werken met zijn allen toe naar wat wij willen, en niet vanuit een gepleegd feit. Wij zijn aan zet, niet alleen de crimineel.

Strategisch planner Pim kan zich er zeer vrolijk over maken, ondanks alle moeilijkheden waar hij tegenop loopt. Met de tientallen voorstellen - die zijn team heeft gemaakt - om de handel rondom fout goud nu eens goed door te lichten en aan te pakken, is hij ervan overtuigd dat de handel veel moeilijker wordt in Nederland. En dat heeft weer gevolgen voor de georganiseerde criminaliteit. Want die maakt gebruik van goud, om gemakkelijk criminele inkomsten en uitgaven te verplaatsen.

Medio 2022 is NSOC begonnen met het doorlichten van de goudhandel, als onderdeel van het veel grotere Trade Based Money Laundering. Dat zijn witwasmethodes waarbij gebruik en misbruik wordt gemaakt van reguliere internationale handelsstromen. Dat kan op veel verschillende manieren: onverklaarbare verschillen in waarde tussen aan- en verkoop van goederen, goederen die helemaal niet vervoerd worden al is er een prachtige papierwinkel omheen, of de handel in goederen die blijken een belangrijke rol te spelen in de verplaatsing van criminele waarde.

Voor de goudhandel komen al deze verschijningsvormen voor, zo liet NSOC-directeur Van Slobbe aan het eind van het vorig jaar al weten. Het lag dan ook voor de hand dat NSOC zich op goud zou gaan concentreren, ook omdat verschillende organisaties in Nederland al eens naar het edelmetaal hadden gekeken.

Maar zoals wij het hebben gedaan, is dat nog nooit gedaan. Met deze zes organisaties, waarbij iedereen wel informatie heeft, maar die is nog nooit zo bij elkaar gebracht. En daarnaast hebben we ook met vele andere organisaties gesproken, informatie geanalyseerd, bij elkaar gelegd, en ten slotte een groot aantal interventies bedacht. Die we ook nog weer werkendewijs kunnen aanpassen: de strategie is adaptief; kan aangepast worden aan gebeurtenissen tussentijds, zo zegt Pim.

De aanpak heeft een aantal doelen. Ten eerste wil NSOC meer inzicht krijgen in TBML als fenomeen. Met name de internationale handel wordt misbruikt door criminelen en de integriteit van die handel staat ter discussie staat, dat is ook een vorm van ondermijning.

Door te kijken naar een klein deel, in dit geval goud, dat helemaal door te lichten, strategieën te bedenken, en die te testen in de werkelijkheid, wordt ook de zogenoemde fenomeenaanpak getest. Dat is van belang voor de werkwijze in de toekomst, ook voor een fenomeenaanpak die nu start op het gebied van de niet-ambtelijke corruptie.

Maar het belangrijkste doel is natuurlijk de handel in fout goud als manier om criminele gelden te verplaatsen, bloot te leggen, te verstoren, en moeilijker te maken. Want dat maakt Nederland minder aantrekkelijk voor de georganiseerde ondermijnende criminaliteit. Binnen dat einddoel zijn een aantal verschillende doelen benoemd, waarvan een hele belangrijke is dat de zichtbaarheid en de bewustwording vergroot wordt, zowel bij de overheid als de sector zelf.

Goud is een beetje een blinde vlek, aldus Pim. Er is van alles geregeld rondom contant en digitaal geld, en zelfs virtueel geld als bitcoins liggen onder een vergrootglas. Goud is heel gewoon, het was er altijd al, is wereldwijd een erkend en waardevast betaalmiddel en wordt door iedereen overal geaccepteerd. Met het merendeel van goud is natuurlijk niets mis, maar de bewustwording van het foute goud mag wel wat groter, zo zegt Pim.

Met de zes deelnemende organisaties in NSOC is de eerste slag gemaakt. Dat proces alleen al was heel waardevol. Je zit met zijn allen bij elkaar en je ziet dan dat de partners bij zichzelf en bij de anderen mogelijkheden ontdekken die hun eigen slagkracht versterken. En dan heeft er nog niemand buiten zijn eigen bevoegdheden geopereerd. Maar de samenwerking, de concentratie op een onderwerp, levert alleen al nieuwe inzichten op. Iedereen kijkt ook opnieuw naar zijn eigen processen; wat kunnen we nog meer.

Was NSOC er niet geweest, dan was die concentratie op een fenomeen er niet gekomen, daarvan is Pim overtuigd. En laten we wel zijn, deze partijen hebben ook nog nooit met zijn zessen tegelijk op nationaal niveau samengewerkt.  Hij verheugt zich nu al op convenant en wetgeving waardoor de samenwerking, en in ieder geval de gegevensdeling, een stuk eenvoudiger wordt.

Inmiddels hebben ook andere partijen NSOC gevonden. Want dat het samenwerkingsverband ermee bezig was, werd al vrij snel duidelijk bij in ieder geval andere overheidsorganisaties. Maar sinds de verhalen naar buiten kwamen, hebben zich ook private partijen gemeld. Brancheorganisaties bijvoorbeeld. Want die weten ook heus wel dat sommig goud heel erg fout is. En dat willen zij ook buiten de deur houden. Wij willen ook helpen de sector weerbaarder maken.

De eerste interventies zijn opgestart door de deelnemende organisaties zelf. De resultaten daarvan betrekken wij weer bij onze strategie. Zo blijven we samen gericht op het fenomeen, want we zijn ervan overtuigd dat er wat moet gebeuren. De hoeveelheid goud die Nederland in en uit gaat is enorm. We weten nog niet waar het vandaan komt, of waar het heen gaat, maar het volume alleen al geeft ons een gevoel van urgentie. En er gaat zoveel geld in om...

Goudstaven

Het speelveld is complexer

De vijf afdelingen Operationele Strategie en Planning (OSP), HUB, Multidisciplinair Data Centrum, Intelligence en Interventies vormen de kern van NSOC. We laten de de teammanager van Interventies aan het woord: Henk Vollenberg vertelt over zijn achtergrond, rol en plannen.

Henk Vollenberg heeft in zijn carrière veel ervaring opgedaan met verschillende soorten interventies. Zo gaf hij in de periode 2014-2018 leiding aan een internationaal maffiaonderzoek vooral om inzicht te krijgen in hoe andere landen interventies doen en welke dat dan zijn. De laatste jaren deed hij onderzoek naar financiële facilitators bij het witwassen van drugs. Toen de vacature voor teammanager Interventies vrijkwam, hoefde hij dan ook niet lang te twijfelen. 

Met als achtergrond de FIOD zat Henk ook al bij het MIT, de voorloper van NSOC. Uit overtuiging. Ik heb in mijn loopbaan altijd multidisciplinair gewerkt en zie er de kracht van in. Je zet diverse culturen en kennis bij elkaar en bekijkt het probleem vanuit verschillende invalshoeken. Vroeger was het speelveld overzichtelijker en had je te maken met een beperkt aantal criminele samenwerkingsverbanden. Nu heb je kleinere en grote organisaties en groepen, die met elkaar samenwerken, zowel nationaal en internationaal. Het speelveld is complexer geworden.

Samenwerken moet

Samenwerking is het sleutelwoord om te slagen met zijn team Interventies, zegt Henk. Elke partnerorganisatie doet zelf interventies, maar we willen dat meer op elkaar afstemmen zodat we ook van elkaar weten wie wat aan het doen is. Er zijn al veel goede initiatieven, maar er is juist ook meer samenhang nodig tussen de zes in NSOC deelnemende organisaties, én andere partijen. In gezamenlijkheid zijn we gestart met meerdere interventielijnen op een gekozen fenomeen, nu eerst Trade Based Money Laundering. Alle vertrouwen dat dit zijn vruchten gaat afwerpen.  De thema’s die we gaan aanpakken zijn gezamenlijk gekozen en de deelnemende organisaties ondersteunen ons met de inzet van hun medewerkers.

Onconventionele aanpak

Team Interventies bestaat nu uit ruim 30 medewerkers, die veel ervaring hebben met de opsporing. Ze zijn creatief, staan open voor alternatieve interventies, maar opereren vooral  multidisciplinair. En dat mag volgens Henk op een onconventionele manier. We hebben bij de FIOD eens een online marketingbureau benaderd, met als doel om medewerkers in de bouwbranche te vragen om fraude in hun omgeving te melden. Het bureau heeft toen popup banners ontwikkeld die op websites van bouwmagazines te zien waren. Niet heel Nederland, maar een specifieke doelgroep kreeg deze banners te zien en dat heeft ons een aantal goede tips opgeleverd. Het geeft aan dat je ook op andere manieren aan informatie komt bij een opsporingsonderzoek.


Bio Henk

Hij startte zijn carrière in 1988 bij de Douane op Schiphol en maakte daar voor het eerst kennis met multidisciplinair werken: samen met de politie en de KMar spoorde hij drugskoeriers op. In 1997 stapte hij over naar de FIOD. Hij deed ervaring op met de ondermijning in het Hit And Run Cargo (HARC) team op Schiphol, een samenwerkingsverband van Douane, FIOD, de Koninklijke Marechaussee en het Openbaar Ministerie. Vervolgens werkte hij multidisciplinair samen bij de Unit Synthetische Drugs. Henk maakt ook deel uit van het Anti Maffia Team en ENFIN (European Network Financial Investigations). Bij het OM heeft Henk de leergang ondermijning gevolgd met daarin een onderzoek naar de Italiaanse alternatieve afpak mogelijkheden (Non Conviction Based Confiscation). Hij gaf leiding aan vele interventies, waaronder die in internationale onderzoeken naar het financiële vermogen van drugscriminelen.

NSOC afdelingen: MDC, Intelligence, OSP, Interventies en HUB
Beeld: ©NSOC

Weten wat we niet weten is cruciaal

Een wetenschappelijke reflectie

NSOC heeft een uitdagende opdracht: het bestrijden van ondermijnende criminaliteit door criminele verdienmodellen bloot te leggen en daar maatregelen op nemen. Het samenwerkingsverband werkt op een innovatieve manier, maar dan is het ook belangrijk om te reflecteren en dat er een spiegel wordt voorgehouden. Dat doet NSOC met behulp van de Reflectiegroep met gerenommeerde wetenschappers.
 

In december kwam de Reflectiegroep voor het eerst bijeen tijdens een introductiebijeenkomst. Daar maakten de wetenschappers kennis met NSOC en met elkaar. Iedere bijeenkomst staat een ander onderwerp of vraagstuk centraal dat wordt besproken. Deze maand vond de tweede bijeenkomst plaats, die ging over de opdracht van NSOC en het meten van effect. De wetenschappers zijn vanuit verschillende disciplines aan tafel aangeschoven, dat levert interessante discussies op en het is erg waardevol voor ons, vertelt Joost van Slobbe, directeur van NSOC.

"Ik zie twee rollen voor de Reflectiegroep. Ten eerste, hoe kunnen we voorkomen dat NSOC in dezelfde valkuilen stapt als eerder met het MIT is gebeurd. Het is van groot belang om NSOC een vruchtbare en geaccepteerde organisatie te maken. En ten tweede, wat zijn de inhoudelijk vragen waar NSOC zich mee bezig zou moeten houden om juist overstijgend te kunnen zijn en meerwaarde te hebben ten opzichte van de bestaande organisaties. Dat is een ingewikkelde vraag waar we met zijn allen onze hersens over gaan breken."

Pieter Tops, Hoogleraar Ondermijningsstudies - Universiteit Leiden & Lector Politie en openbaar bestuur - Politieacademie

Kennisuitwisseling

De Reflectiegroep is ook een plek om te netwerken en informatie en ervaringen uit te wisselen. De wereld om ons heen verandert in hoog tempo. Onderdeel van deze veranderingen zijn wetenschappelijke en technologische doorbraken, die in potentie kunnen helpen bij de (effectievere) aanpak van ondermijning. Daarom is samenwerking met wetenschappelijke instituten en kennisinstellingen onmisbaar. Ook de input en bijdrage van studenten is waardevol, vervolgt Van Slobbe. Ik heb laatst in de jury gezeten bij de Universiteit van Amsterdam die papers van masterstudenten rechten beoordeelde. De studenten kropen zelf in de huid van een crimineel en ik was verrast door de creatieve manieren waarop ze, met de juiste juridische basis, een fenomeen wisten aan te pakken. Ik zie kansen om samen met de deelnemers uit de Reflectiegroep meer samenwerkingen op te zetten tussen NSOC en het onderwijs.

"Weten wat we niet weten is van cruciaal belang om de ondermijnende criminaliteit effectief te bestrijden. Dat betekent dat we de juiste vragen moeten stellen, en juist op dat punt vinden de wetenschap en NSOC elkaar heel goed."

Miranda de Meijer, Hoogleraar OM - Universiteit van Amsterdam

Impact en focus

De Reflectiegroep is een netwerk van in totaal ongeveer vijfentwintig wetenschappers met verschillende achtergronden en expertises. Van juristen tot financieel specialisten en van psychologen tot organisatiekundigen. Deze maand reflecteerde ongeveer de helft van de deelnemers op de opdracht van NSOC en de te verwachten resultaten en impact. De deelnemers van de Reflectiegroep onderschrijven de noodzaak om ondermijnende criminaliteit gezamenlijk aan te pakken. Ze benadrukten dat een duidelijke focus daarbij belangrijk is. Naast de landelijke samenwerking zien ze juist ook kansen voor lokale en regionale samenwerking. Verder werden er meerdere suggesties gedaan om de effecten en impact van het samenwerkingsverband te vergroten. De kennis en adviezen van de Reflectiegroep kunnen wij gebruiken en toepassen bij strategische keuzes, maar ze sluiten ook goed aan bij de operationele activiteiten van NSOC en de doelstellingen van het samenwerkingsverband, zegt Van Slobbe.

"NSOC heeft ambitieuze doelen geformuleerd. Om impactvol en met effect te kunnen samenwerken, is er een kwaliteitskader nodig dat door state-of-the-art technologie wordt ondersteund, om te kunnen monitoren en professionals te kunnen ondersteunen bij hun integrale manier van samenwerken."

John Goedee, Docent en Onderzoeker Data Gedreven Samenwerken en Regisseren rondom Complexe Casuïstiek - Tilburg University

 

Aanwezigen bij reflectiegroep 08-02-2023
Beeld: ©NSOC